Iedereen moet wel eens iets verven en vaak is dat hout. Het werken met hout lijkt makkelijk, maar toch vereist het goed denkwerk van te voren. In Zweden worden de huizen van oudsher van hout gemaakt, dus zij zijn echt de specialisten in het verven van hout. Van hun kunnen we echt wat leren!
Allereerst moet je iets weten over de soorten hout, voordat je kan beginnen met verven. Je hebt hout dat ‘open’ is, dus grote poriën heeft, bijvoorbeeld grenenhout, larixhout, vurenhout en pijnboomhout. Open hout is erg geschikt voor verf, omdat het dat goed op kan nemen.
Hout leeft, dus als je hout gaat verven moet je er rekening mee houden dat het hout kan blijven ademen. Hout zet uit als het vochtig is en het krimpt als het droog is. Als hout krimpt, dan gaan de poriën dicht en dan neemt het hout minder water op, een beschermlaag van bijvoorbeeld verf of beits is dan vaak niet eens nodig. Het hout in relatief leehnavasor vochtige gebieden, zoals in Nederland, zet dus uit en de poriën kunnen meer water opnemen. Dat willen we natuurlijk niet, dus is hier wel houtverf nodig. Maar als we hout bedekken, kan het niet meer ademen. Gelukkig hebben wij van Moose Färg daar een oplossing voor: onze verf voor hout heeft een zeer hoge dampdoorlatendheid.
Als u eenmaal houtbeits heeft gekocht en gebruikt, moet je ervoor zorgen dat er geen schimmel of groene aanslag op het hout ontstaat. Een goed middel hiervoor, dat natuurlijk ook bij Moose Färg beschikbaar is, is verdund chloorbleekmiddel met lijnoliezeep. Wist je dat de Zweedse verf van oudsher al lijnolie in zich heeft? Ter bescherming dus. Om de kleur van het hout te behouden, kan je het hout impregneren of Pansar gebruiken. Dat laatste is een waterafstotende behandeling die het hout verduurzaamd.
Wij hopen dat u wat geleerd hebt van deze tips en kennis over houtverf, bij vragen of opmerkingen staan wij van Moose Färg u graag te woord! |
https://www.moosefarg.nl/ |
