Geschiedenis van de risottoHet verhaal dat Marco Polo de rijst uit China naar Italië heeft meegenomen, is een hardnekkige mythe. Anderen houden het er op dat de Romeinen al rijst verbouwden. In Venetiëvertelt men dat de Venetiaanse kooplieden de rijst meebrachten uit de Levant. De meest waarschijnlijke verklaring is dat rijst in de tiende eeuw in Sicilië door de Arabieren geïntroduceerd is. Zo’n 500 jaar later werd in het noorden begonnen met het verbouwen van rijst. De cisterciënzermonniken van het Lucedioklooster in de buurt van het plaatsje Trino (Piëmont) ontdekten dat in de Povlakte de juiste omstandigheden voor de rijstbouw aanwezig waren. Rond 1400 introduceerden zij hier de rijstbouw. De Spanjaarden, die Lombardije in de 15e eeuw in bezit hadden, hebben hun eigen bijdrage geleverd aan de risottobereiding. Hun taal gaf de benaming aan de stap in het bereidingsproces van de risotto waar de boter wordt toegevoegd, de mantecatura. Dit woord is afgeleid van het Spaanse mantequilla, wat boter betekent. In de negentiende eeuw werden in de Povlakte enorme risotto velden aangelegd. Veel van deze rijstvelden werden bevloeid met water dat via daarvoor aangelegde kanalen, zoals hetCavourkanaal werd aangevoerd. In de twintigste eeuw zorgden betere productiemethoden en de mechanisatie van de landbouw voor een gestage groei van de rijstteelt. Vanwege de armoede die er in de twintigste eeuw in Italië heerste, was er voor veel gezinnen geen geld om kaas en/of boter te kopen en at men de risotto zonder. In de eenentwintigste eeuw gingen Italiaanse rijstbedrijven ook risotto -rijst produceren in andere landen, zoals in Roemenië[1].
|
Bezoek de website voor meer informatie : risotto |